Tab Gemeente Coevorden
Terug naar zoeken
Albert Oosting

Albert Oosting, strijder in het verzet

Type:
Geschiedenis
Kern:
Zweeloo
Kenmerken:
Persoon
Periode:
Tweede Wereldoorlog 1940-1945

(bron Nationaal Monument Vught)

Wie was Albert Oosting?

Voor menigeen in Zweeloo lijkt dat een overbodige vraag, want een plaquette te zijner nagedachtenis hangt in het gemeentehuis. Nu, 50 jaar na zijn dood, is mij verzocht iets over hem te vertellen en dat zal ik proberen.

Hij werd geboren op 18 januari 1921 te Borger en kwam uit een boerenfamilie, die later verhuisde naar Wezuperbrug. Na zijn MULO-(Meer Uitgebreid Lager Onderwijs) examen werd hij aangesteld als ambtenaar ter secretarie in Zweeloo, in het begin van de oorlogsjaren.

Werken in de gemeente Zweeloo

Wat was de omgeving waarin hij kwam te werken? Een kleine gemeente met aan het hoofd Meester A. Kleijn, die als burgemeester-secretaris sinds de herfst van 1935 in functie was.

De secretarie bestond uit drie jongere personeelsleden, waartoe ook ik behoorde, onder leiding van de oudere, in het vak doorknede ambtenaar Rijmsma. Van deze laatste en zeker ook van de burgemeester-secretaris werd “het vak” geleerd.

Om te voorkomen dat het personeel, enigszins opgeleid, meteen weer ging solliciteren naar beter betalende grotere gemeenten, keken wij  minder naar enige vakopleiding dan naar het karakter, hun toegewijdheid, betrouwbaarheid, of ze “goed” waren en er prettig mee te werken viel. Deze gedragslijn werd ook gevolgd toen wij, als gevolg van de bezetting sinds mei 1940, een bijzondere afdeling “distributie” kregen. Het personeel hiervan bestond voornamelijk uit meisjes, die rechtstreeks van de boerderij of het huishouden kwamen.

Op deze manier hadden we als personeel een hele kring in onze sfeer goed passende nieuwelingen, meestal zonder voorafgaande kantoorervaring, bereid op grond van de gegeven leiding zo goed en zorgvuldig mogelijk werk te leveren. Op het bezit van diploma’s werd niet gelet, hoogstens op de bereidheid voor een diploma te studeren. Als je bij je intrede een MULO-diploma had, was dat een voordeel.

Er heerste bij ons een prettige sfeer. Van onderlinge naijver was geen sprake, onenigheden kwamen eigenlijk niet voor of werden snel opgelost. Op de distributie had ik de leiding. Op de secretarie had Rijmsma, als vanouds de leider, door zijn leeftijd en ervaring een soort mild overwicht. De burgemeester had een grote invloed op de opleiding van het personeel en was altijd toegankelijk voor iedereen.

In deze sfeer kwam Oosting en hij paste er goed in. Hij was een prettige werkkracht, vrolijk, een wat wilde jongen, die soms roekeloos over risico’s heen zag. Hij was fel tegen de Duitse bezetting gekant en was al spoedig actief betrokken bij het verzet. Het kwam hem hierbij goed uit, dat hij op de secretarie belast was met het uitreiken en administreren van persoonsbewijzen, die door de bezetting verplicht geworden waren voor iedereen boven de 16 jaar.

Onderduikers en verzet

Als ambtenaar ter secretarie van de gemeente Zweeloo was Oosting de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en de Landelijke Knokploegen (LO/LKP) behulpzaam. Hij zorgde voor onder andere voor distributiepapieren en persoonsbewijzen voor onderduikers en illegale werkers.

Wat oosting zich verder van het leven voorstelde is mij nooit duidelijk geworden. Hij had voorlopig ook genoeg te doen met het verzet, waarvoor hij zich ongetwijfeld met hart en ziel heeft ingezet. Op den duur zal hij ook het risico van zijn handelen hebben beseft; dit heeft hem niet belet deze weg te gaan. Het heeft hem wel zijn leven gekost.

Op 23 mei 1944 kwamen twee Duitse ambtenaren van de Sicherheitsdienst naar het gemeentehuis en vroegen naar de burgemeester en Oosting. Beiden waren ergens onderweg en werden spoedig verwacht. Oosting moest in de buurt zijn. De burgemeester, die inmiddels zijn ontslag had gevraagd en gekregen, was voorlopig ondergedoken. Hij moest echter, vóór hij definitief ging, nog iets regelen. Op de fiets op weg naar Zweeloo, vanuit zijn schuiladres, kwam hij dichtbij Aalden Pauw tegen, een bekende inwoner van dat dorp. Deze beduidde hem, dat hij terug moest keren, hetgeen hij deed.

Distributiebonnen
Distributiebonnen

Arrestatie

Op de secretarie werd intussen de spanning steeds groter. Oosting kwam aan de achterzijde van het gebouw bij de distributiedienst binnen en werd dringend gewaarschuwd niet verder te gaan. Wat de reden is, dat hij hieraan geen gevolg heeft gegeven, is nog steeds een raadsel. Wel moet worden beseft dat alles heel vlug ging en dat hij tenslotte al in het gemeentehuis was. Dat wij hem niet hebben kunnen redden doet nog altijd pijn.

Hij werd verhoord in de burgemeesterskamer en wij moesten na enige tijd toezien hoe hij werd meegenomen.

Nadat hij enige tijd in Assen gevangen was gehouden, werd hij overgebracht naar het concentratiekamp Vught, waar hij op 15 juni 1944 in de administratie werd ingeschreven. Hij werd in cel V van de kampgevangenis, de zogenaamde Bunker, opgesloten. Op 22 augustus 1944 om 20.15 uur werd hij op de fusillladeplaats vlak bij het kamp gefusilleerd.

De reden van zijn arrestatie was, dat bij een overval een medewerker van de LO/LKP was gearresteerd. Men vond op hem een vervalst persoonsbewijs dat door Albert Oosting, als met de uitreiking van persoonsbewijzen belaste ambtenaar, was ondertekend.

Behalve het gezin waartoe hij behoorde, liet Oosting een verloofde na. Het is allemaal al lang geleden. Laat ons echter niet ophouden om met eerbied en genegenheid aan Albert Oosting te denken.

September 1994

Grietje Kinkhorst-Zwols

Met dank aan Prof. Mr. A. Kleijn en het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.